Het was dat Eisenhower inzag dat hij De Gaulle – held van de vrije Fransen en het Franse verzet – nodig had bij een landing op Normandië. Anders hadden de geallieerden hem in 1944 waarschijnlijk overal buiten gehouden. D-Day, de gevechten daarna, de bevrijding van Frankrijk en Europa. Roosevelt wantrouwde de Fransen, en dus ook De Gaulle. Dat was niet zo verwonderlijk, trouwens. Want een vrij groot deel van Frankrijk had zich tijdens de Tweede Wereldoorlog nogal opportunistisch opgesteld. Om het maar eens voorzichtig te formuleren.
Het rode deel van het kaartje was bezet door de Duitsers. Het noorden en de hele westkust vanwege de Atlantikwall die daarlangs liep. Het blauwpaarse deel was in handen van het Vichy-regime van Pétain.
Vichy
In 1940 werd noordelijke helft van Frankrijk bezet door de Duitsers. In het ‘vrije’ zuiden kreeg officieel het Franse Vichy-regime van Pétain de touwtjes in handen. Maar dat regime werkte enthousiast mee met de Duitsers, ook bij het opjagen van joden. Wie had kunnen denken dat het land van ‘liberté, egalité, fraternité’ zo diep zou zinken? Het gedrag van het regime wekte grote weerzin, overal ter wereld, ook onder veel Fransen.
De vrije Fransen
De Gaulle, ooit protegé van Pétain, was een fel tegenstander van het Vichy-regime. Hij week uit naar Engeland en riep op tot verzet. Aanvankelijk had hij maar weinig steun, maar die nam toe naarmate de oorlog voortduurde. Roosevelt was niet overtuigd van zijn goede bedoelingen en zag in hem een ‘leerling dictator’. Hij vreesde dat De Gaulle na de oorlog misbruik zou maken van de chaos en verwarring in Frankrijk. Maar dat had hij gelukkig verkeerd gezien.
Over de ambivalente houding van Frankrijk in de Tweede Wereldoorlog zijn bibliotheken volgeschreven. Het is niet een glorierijk stukje Franse geschiedenis, maar eindeloos interessant. Lees De geheugenlozen als je een idee wil krijgen van hoe lang die schande nog heeft nageijld.
Vive la résistance!
Laten we het hier liever hebben over degenen die níet met de vijand heulden: la résistance! Het Franse verzet tegen Vichy en de Duitse bezetting werd vanuit Londen aangestuurd en was zeker tegen het eind van de oorlog goed georganiseerd. Gecodeerde berichten voor de verzetsgroepen werden via Radio Londres – het radiostation van de vrije Fransen – verzonden. De uitzending begon iedere dag met een reeks persoonlijke berichten die volkomen willekeurig leken. ‘De postbode is in slaap gevallen’ of ‘Oma heeft alle snoepjes opgegeten.’ Het was voor iedereen duidelijk dat zo’n bericht een geheime betekenis had. En tegelijkertijd konden alleen de mensen voor wie het bestemd was er chocola van maken.
Verlaine
Zo zond Radio Londres kort voor D-Day honderden dichtregels, citaten uit romans en willekeurige zinnen uit. De bedoeling daarvan was berichten die wél betekenis hadden te verbergen. De Duitsers merkten natuurlijk wel dat er ineens meer radioverkeer was en dat dat best eens kon betekenen dat er een invasie op handen was. Maar er was in de weken daarvoor zo vaak vals alarm geweest dat vrijwel iedereen de waarschuwingen negeerde.
Op 1 juni kreeg het Franse verzet bericht uit Londen: ‘Een dezer dagen begint de invasie.’ Maar dan in code, met deze drie dichtregels van Verlaine.
Les sanglots longs
Des violons
De l’automne
Op 5 juni hoorden ze de volgende drie regels van hetzelfde gedicht. Code voor: ‘We komen er nú aan.’
Blessent mon coeur
D’une langueur
Monotone
Sabotage
Tijdens D-Day was ‘Duitsers saboteren’ het belangrijkste doel van het Franse verzet. Ze hadden de taak treinverkeer, telefoonverbindingen en de elektriciteitsvoorziening te verstoren en de aanvoer van Duitse versterking te vertragen. In een later rapport over het werk van het Franse verzet stond: ‘In het zuidoosten werden op 6 juni 52 locomotieven onklaar gemaakt; het spoor werd op meer dan 500 plaatsen opgeblazen. Op 7 juni was Normandië volledig geïsoleerd.’ En de rest is geschiedenis, die dus mede geschreven is door het Franse verzet.
Vanuit Engeland werd van alles georganiseerd om de Duitsers op het verkeerde been te zetten. Lees hier meer over al die geheime projecten.
Jaren geleden was ik op vakantie op Kreta. Om te wandelen vooral, maar óók om Knossos te zien. Niet dat ik per se een liefhebber ben van de Griekse mythologie, maar verhalen over de grote heersers uit de geschiedenis – in dit geval koning Minos – spreken tot mijn verbeelding. En omdat in dit verhaal ook een labyrint en een gevaarlijk monster voorkomen, had ik me nogal verheugd op ‘the real deal’.
De schrik van Knossos. Wie bedenkt zoiets?
Stom
Wat viel dat tegen, zeg. Dat het bij Knossos zwart zag van de toeristen was vervelend. Maar ik was er zelf ook zo een, dus nou ja, vooruit. Maar die hysterische moderne uitbouw bovenop de ruïnes van het oude paleis? Die botste zo hevig met wat ik er zelf bij had bedacht, dat er kortsluiting ontstond in mijn hoofd en ik heel Knossos verder stom vond. (Zonde hè? Ik heb ongetwijfeld van alles gemist.) Sindsdien gaan bij mij alle alarmbellen af als er sprake is van een ‘gedurfde restauratie’.
Château de Falaise
Fast forward naar het heden, naar het Normandische plaatsje Falaise. Wie van geschiedenis houdt, kan niet om Falaise heen, vind ik. Het is niet alleen de plek waar de grote Willem de Veroveraar werd geboren, maar ook de plek waar vele eeuwen later – in augustus 1944 – de Duitsers de slag om Normandië definitief verloren. En je kunt in de omgeving van Falaise ook nog eens geweldig wandelen. Dus alle reden om af te reizen, zou je zeggen. Maar één ding had me lang tegengehouden: de ‘gedurfde restauratie’ van Château de Falaise, het thuishonk van Willem de Veroveraar.
Stevige ingrepen
De restauratie van Château de Falaise was destijds een prestigeproject van het departement Calvados in samenwerking met het Franse ministerie van Cultuur. Ze schakelden een gerenommeerde en ervaren architect in, Bruno Decaris, die er tien jaar aan werkte. En toen hij het werk in 1997 opleverde, waren veel mensen geschokt en ontgoocheld, sommigen zelfs woedend, over het resultaat. Hij had vrij stevig ingegrepen… Laten we het daarop houden.
De opdracht van Decaris was uiteraard om het kasteel toekomstbestendig te maken. Maar hij had meer noten op zijn zang. Hij wilde dat het kasteel als geheel beter ontsloten zou worden; het cultureel erfgoed moest opnieuw ‘gelezen’ worden; bezoekers moesten gevoel krijgen bij de materialen en het gebouw door de eeuwen heen; en meer van dat soort mooie, abstracte ideeën. Maar bovenal moest de architectuur – heel concreet – zichtbaar maken wat oorspronkelijk was en wat niet. Dat laatste was echt spectaculair goed gelukt, had ik me laten vertellen, vooral dankzij de hypermoderne entree van beton en staal…
Toegangspoort tot Château de Falaise, met neergelaten ophaalbrug.
Formidabele vesting
Daar stond ik dan, met niet erg hooggespannen verwachtingen, voor dat beroemde kasteel en die controversiële entree. Alles potdicht, de ophaalbrug omhoog, geen mens te bekennen, doodse stilte. En ik wachtte tot ik vervuld zou raken van afschuw, of op z’n minst lichte verontwaardiging.
Niets daarvan. Ik vond het prachtig. Ontzagwekkend. Die formidabele vesting die daar al eeuwen staat te staan, terwijl allerlei menselijk gekrakeel voorbijtrekt. Oorlogen, bombardementen, burgeroorlogen, revoluties… Zo’n gebouw past een ongenaakbare betonnen entree natuurlijk als z’n favoriete trui. Dat had ik van te voren ook wel kunnen bedenken.
Bij een ander bezoek, toen het wél open was, heb ik ook binnen een kijkje genomen. En ja,dat was een vrij hedendaagse ervaring – zeker met de iPad die je tijdens een bezoek meekrijgt voor meer uitleg. Maar het is ook een hedendaagse museum, hè?
Persoonlijk vind ik zo’n oude ruïne in een modern jasje – waarin je op allerlei manieren kunt zien en ervaren hoe het waarschijnlijk ooit geweest is – minder ‘nep’ dan een zo goed mogelijk nagemaakte replica van een middeleeuws kasteel. Omdat in die replica de grens tussen ‘echt’ en ‘nep’ vervaagt, en waarom zou dat nou een goed idee zijn?
Misschien moet ik nog maar eens gaan kijken in Knossos. Voor de zekerheid. Even checken of ik het de vorige keer wel goed heb gezien.
Waarom zou je de naam Willem de Veroveraar moeten kennen? Dat kun je hier lezen.