Blog

The Dirty Dozen en The Filthy Thirteen

 

Ik vrees dat ik lang gedacht heb dat The Dirty Dozen een waargebeurd verhaal was over de Tweede Wereldoorlog. Als puber vond ik het een machtig mooie film. Het was een spannend verhaal over kameraadschap en heldendom, waarin onaangepaste ruwe bolsters allerlei grootse daden verrichtten. Fantastisch toch? Om praktisch dezelfde redenen vond ik overigens ook The Longest Day, A Bridge Too Far en The Bridge on the River Kwai het woeste einde. Het moest toen nog tot mij doordringen dat oorlog soms heus wel tot heldendaden inspireert, maar dat het verder een smerige, zinloze en tragische toestand is.

Feit is dat The Dirty Dozen – twaalf Amerikaanse criminelen krijgen een opleiding tot commando en de opdracht om in vijandelijk gebied nazi-kopstukken om te brengen – weliswaar geïnspireerd is op een waargebeurd verhaal, maar niet meer dan dat. Maar dat waargebeurde verhaal – over The Filthy Thirteen – spreekt inderdaad wel erg tot de verbeelding.

The Filthy Thirteen was een eenheid die vooruit werd gestuurd in de nacht voor D-Day om een aantal cruciale bruggen bij Carentan in te nemen. De mannen vielen nogal op. In de week waarin ze zich voorbereidden op hun nieuwe missie wasten ze zich niet. Vandaar die bijnaam; er moet een penetrante lucht om hen heen hebben gehangen. Maar het was vooral hun uiterlijk dat de aandacht trok: geschminkt in oorlogskleuren en met het haar in mohawks geschoren.

Die bijzondere ‘look’ was het initiatief van Jake McNiece, die kort na aankomst in Normandië het commando over de mannen kreeg. Hij was een nazaat van de Choktaw-indianen en stond om die reden anders in het leven dan de gemiddelde Amerikaan. Het ging om meer dan stoerdoenerij en een opvallende haardracht.

McNiece was een uitstekende leider. Hij leerde zijn eenheid hoe ze zich volledig konden concentreren op de missie die voor hen lag; en de jongens gingen voor hem door het vuur. Over zijn focus en toewijding waren McNiece’s superieuren natuurlijk zeer te spreken; minder blij waren ze met zijn gebrek aan respect voor de legerhiërarchie. Hij was een eigenwijs stuk vreten en negeerde orders die hij niet nuttig vond voor zijn missie. Het zal niemand verbazen dat dat regelmatig leidde tot aanvaringen met hoger geplaatsten.

Bij Brévands, niet ver van Carentan, staat een bescheiden monumentje ter ere van The Filthy Thirteen. 

Je wint een oorlog niet door aardig en gehoorzaam te zijn, zullen ze vast gedacht hebben. En gelijk hadden ze. Talentrijke dwarsliggers kunnen een hoop bereiken. Nog een voorbeeld? Ook generaal Patton dreef collega’s en het geallieerde opperbevel tot wanhoop, maar werd door ondergeschikten op handen gedragen. Stel dat hij steeds netjes op overleg en een officiële go-ahead had gewacht. Dan was de stoomwals van het derde Amerikaanse leger lang niet zo snel geweest, en waarschijnlijk veel minder succesvol.
Ook de tegendraadse McNiece behield het commando over zijn eenheid én het vertrouwen van zijn mannen. Na D-Day kwamen The Filthy Thirteen onder zijn leiding nog vaak in actie tijdens grote en riskante operaties. Bij  Operation Marketgarden en de slag om de Ardennen bijvoorbeeld.

Bij een jolige bijnaam als The Filthy Thirteen denk ik aan een vriendenclub die allerlei avonturen meemaakt en naderhand samen een paar kratjes leegdrinkt op de goede afloop. Ligt dat aan mij of hebben meer mensen dat? Maar het trieste feit is dat van de oorspronkelijke dertien mannen de helft sneuvelde of gewond raakte tijdens de nachtelijke dropping in Normandië. Anderen namen hun plaats in en vochten verder. Zo ging het door, tot aan het eind van de oorlog achtentwintig mannen deel uit hadden gemaakt van The Filthy Thirteen. Zoals ik al zei: oorlog een smerige, zinloze en tragische toestand.

Jake McNiece zelf overleefde de oorlog en werd uiteindelijk postbeambte in het dorp waar hij was geboren. Daar werkte hij tot zijn pensioen. Best een braaf bestaan voor zo’n eigengereide man, eigenlijk. Maar je kunt je voorstellen dat hij na de oorlog geen behoefte meer had aan groots en meeslepend leven. Hij overleed in 2013 op 93-jarige leeftijd. Gewoon thuis.