In Calvados en Manche kun je enorm fijn wandelen. Kleine rondjes door vriendelijke dorpjes, lange dagtochten door ruige natuur en alles ertussenin, echt geweldig! Ik wandel hier nu al een jaar of vijf rond en ik ontdek nog steeds mooie routes. Soms moet je er een eindje voor rijden, maar ook in onze directe omgeving is van alles te beleven.
De wandelrondjes hieronder liggen allemaal op maximaal vijftien minuten rijden van Le Vert Buisson. En ze zijn allemaal om en nabij de tien kilometer lang. Niks ingewikkelds, gewoon even een fijn stukkie lopen en toch niet de hele dag op pad. Ik heb ze persoonlijk getest en op een grote kaart ingetekend. Opdat wij niet vergeten.
Insider tip: neem een kaart van de route mee als je op pad gaat. De markering onderweg is niet overal te vertrouwen!
Colombières: met één been in de marais
Colombières staat met het ene been op het droge en met het andere in de marais (moerasgebied). Ooit was het een rijk dorp, denk ik. Zo ziet het er wel uit in ieder geval: een mooi kerkje, een schitterend chateau, indrukwekkende boerenhoeves… Maar dat alles wel met die terneergeslagen en vermoeide uitstraling die hoort bij vergane glorie. De route loopt vanaf het pleintje achter de kerk door het droge achterland en dan via de marais langs het chateau terug naar de kerk.
De route staat soms ineens even aangegeven, maar vaak niet. En hij wordt duidelijk niet onderhouden. Vergane glorie, zei ik toch? Maar het is geen ingewikkelde route en er is weinig kans op afslagen missen. Let op: niet begaanbaar in de winter, want dan staat de marais helemaal blank.
Moon- en Saint-Clair-sur-Elle: goed voor je ogen
Moon en Saint-Clair zijn geen standaard schattige dorpjes, maar wel oer-Frans. Moon heeft een ienieminisupermarktje waar ik wel eens kom als ik de melk vergeten ben. Saint-Clair een grappig klein barretje waar het hele dorp samenkomt voor de vrijmibo. Verder gaat het hier vooral om de route: heen langs de ene kant van de rivier de Elle en terug langs de andere. Mooi glooiend landschap, meanderende weggetjes en halverwege een geneeskrachtige bron – goed tegen oogkwalen, schijnt. Wat wil je nog meer?
Een deel van deze route, zo vlak langs de rivier, kan in de winter wel heel nat zijn. Hooggesloten schoenen zijn sowieso een goed idee, maar dan helemaal. De route is redelijk goed gemarkeerd, maar een kaart is ook hier handig.
Saint-Jean-de-Savigny en Couvains: door de bramen
In Saint-Jean-Savigny zit Restaurant de la Vallee. Ik heb van horen zeggen dat je daar voor een schijntje heel behoorlijk kunt eten, maar mij trekt vooral de ligging met uitzicht over – je verwacht het niet – een valleitje. De route begint langs het restaurant naar beneden die vallei in en gaat daarna langs een paar enorme boerenbedrijven en een waterwingebied naar Couvains.
Van daaruit zou je een heel stuk tussen de weilanden terug moeten kunnen lopen naar Saint-Jean-de-Savigny. Ik raakte zelf halverwege verstrikt in de braamstruiken en ben uiteindelijk teruggegaan en over de weg gaan lopen. Maar probeer het nog eens, zou ik zeggen. Misschien is er inmiddels een trekker met maaiarmen langs geweest. De route is wel gemarkeerd, maar ik vertrouw liever op de kaart.
Cerisy-la-Fôret: ook voor VTT
In Cerisy wordt jaarlijks één van de leukste brocantes uit deze regio georganiseerd. Diep in mijn hart vind ik dat eigenlijk interessanter dan de fraaie oude abdij en die verrassende beeldentuin ernaast. Maar oordeel vooral zelf. De route begint op de parkeerplaats bij de abdij en is heel afwisselend. Eerst door glooiende velden (met opvallend veel prachtige paarden toen ik er liep), daarna door het bos en uiteindelijk via zo’n diep, verzonken pad tussen de weilanden weer terug. Deze route is prima – met gele strepen en kruizen – aangegeven. Een kaart is handig, maar niet noodzakelijk.
Ik denk overigens dat de hele route ook leuk is op een mountainbike (in goed Frans: Velo Tout Terrain, VTT) al zullen fietsers waarschijnlijk een wat grotere lus door het bos willen maken. Doe dat vooral! Bij het Maison de la Fôret zijn VTT-routes verkrijgbaar.
Trévières: pizza na afloop
Trévières ligt net als Colombières aan de rand van de marais. Het is een aantrekkelijk dorp waar wij graag komen, voor de markt en de bakker, maar vooral voor ons favoriete restaurant. Le Trot ligt aan het grote centrale plein en wordt gerund door een hardwerkend jong stel. Hij staat, weer of geen weer, in korte broek in de keuken en zij doet de bediening – altijd even vriendelijk. Goed bistro-eten en heerlijke pizza’s!
Maar eerst wandelen. Ga op het plein voor Le Trot staan, met je rug naar het restaurant, en loop het straatje in dat recht voor je ligt. Daar begint de goed gemarkeerde route (geel). Het eerste stukje door de bebouwde kom is niet zo boeiend. Maar zodra je het dorp uit bent wordt het mooi: weids, stil, leeg. De route is hier zo goed aangegeven dat je eigenlijk geen kaart nodig hebt. Op één raar onvindbaar lusje in Mandeville na.
Bonusrondje vanuit Le Vert Buisson
Het is een klein rondje (8km) maar ik heb het inmiddels -tig keer gelopen. Gewoon om even lekker de benen te strekken. De poort uit naar links, bij de T-splitsing weer rechts en daarna – steeds over de verharde weg – alleen maar links tot je weer bij die T-splitsing van daarnet bent en daar rechts terug naar huis. Of ditzelfde rondje precies de andere kant op natuurlijk.
Onderweg kom je langs een klein monument waarin – nauwelijks leesbaar – de namen gegraveerd zijn van Amerikaanse soldaten die zijn omgekomen tijdens missies vanaf het tijdelijke vliegveld dat hier heeft gelegen. Dit rondje is inmiddels ook door allerlei hardlopers getest en akkoord bevonden, trouwens.
Het viel ons meteen op toen wij voor het eerst op de Duitse militaire begraafplaats in La Cambe waren. De leeftijd van sommige soldaten die hier begraven liggen: vijftien, zestien jaar oud soms nog maar. Dit zijn kindsoldaten van de 12. SS-Panzer-Division ‘Hitlerjugend’, ontdekten we.
Ze waren in 1943 gerekruteerd onder de fanatiekste leden van de Hitlerjugend. De divisie was aangevuld met ervaren veteranen van het oostfront en gelegerd in de buurt van Caen. Daar deden de jongens, na een basistraining van zes weken, hun eerste praktijkervaring op tegen de Canadezen.
De Hitlerjugend geldt overigens als één van de meest succesvolle projecten van het nazi-regime. De jeugdbeweging werd al in 1922 opgericht, twee jaar na de nazi-partij zelf. Het begon allemaal onschuldig genoeg. Met andere kinderen leuke dingen doen: kamperen, sporten, leren samenwerken. Daar is op zich weinig tegen, natuurlijk.
Maar in de loop der tijd werden alle andere verenigingen opgedoekt; kinderen die géén lid waren van de Hitlerjugend misten alle aansluiting met de samenleving. En als je vroeger geen lid was geweest, kon je later geen baan krijgen. Uiteindelijk werd lidmaatschap van de Hitlerjugend een wettelijke plicht en was verder al het jeugdverenigingsleven verboden.
De Hitlerjugend ontwikkelde zich tot een paramilitaire indoctrinatiemachine. Aan de voorkant gingen er onschuldige kinderen in en aan de achterkant kwamen er ideale nazi-soldaten uit. Gezond en fit, anti-intellectueel en anti-Joods, overtuigd van de superioriteit van het Arische ras, gehoorzaam en bereid te sterven voor het Derde Rijk.
Van de Hitlerjugend werd een actieve bijdrage verwacht. Ze deden werk dat bleef liggen omdat alle volwassenen druk waren met de oorlog. Ze bezorgden de post, bewerkten het land, bestuurden de trams. Maar naarmate de oorlog langer duurde, werd het werk grimmiger. Kinderen gingen helpen bij de luchtafweer en de brandweer, puin ruimen na bombardementen, gewonden verzorgen, lichamen bergen…
Vanuit die situatie was het geen grote stap meer naar trainingskampen waar kindsoldaten werden opgeleid voor de SS en de Wehrmacht. In het leger konden ze de extra aanvulling goed gebruiken. Want er waren chronisch te weinig manschappen, zeker na de verloren Slag om Stalingrad in 1943. Beter kindsoldaten dan geen soldaten, nietwaar?
Uiteindelijk kwam er een hele divisie van 16.000 piepjonge soldaten. Officieel ging het om jongens van 17 jaar en ouder, maar 15- en 16-jarigen werden niet weggestuurd. Heel veelzeggend, vind ik: in hun rantsoen kregen de jongens van de 12. SS-Panzer-Division ‘Hitlerjugend’ snoepjes in plaats van de gebruikelijke drank en sigaretten.
Zo triest. Een hele generatie Duitse kinderen werd vermorzeld door de ambities van één man. Als je de foto van die bedremmelde knulletjes hierboven ziet, breekt je hart. Toch? Maar vergis je vooral niet: die knulletjes konden bloedfanatiek en wreed zijn. Ze waren in naam van hun führer tot gruweldaden in staat. De Canadese krijgsgevangen die in de buurt van Caen met een kogel in hun achterhoofd zijn teruggevonden, hebben dat aan den lijve ervaren.
Dus ja. Ook deze oorlog, die toch vrij duidelijk door ’the good guys’ is gewonnen, heeft voornamelijk slachtoffers. Ook onder ‘the bad guys’.