Mag ik bekend veronderstellen dat je in heel Normandië fantastisch kunt wandelen? Ja toch? Voor gasten hebben wij boekjes en kaarten en tips. Er zijn routes voor alle smaken en niveaus. En natuurlijk komt er ook een lijstje wandelspektakels waar je gerust een dag voor kunt uittrekken. Maar nu gaat het om mijn favoriete plekken dichtbij, waar je gewoon even een uurtje (of twee) door de natuur kunt struinen. Dat doe ik ook iedere dag, met de honden, en ik kan het van harte aanbevelen.
Omaha Beach
Het bekendste strand van Normandië – vanwege de bittere strijd die hier op 6 juni 1944 plaatsvond – is wat mij betreft ook een van de mooiste. Ik raak hier nooit uitgewandeld. Het is in de buurt van het monument in Saint-Laurent-sur-Mer ’s zomers best druk. Maar de geschiedenis bepaalt de sfeer: hier kom je voor rust en bezinning. Bovendien is het strand 8 kilometer lang, drukte is voor wandelaars eenvoudig te vermijden. En als je geen zin hebt om na te denken over een route, dan heb je met een retourtje langs de branding al een aardig stuk in de benen. Ik kom hier in de winter minstens één keer per week, liefst als het eb is, want dan is het hier op z’n grootst en mooist.
Er is hier overigens ook een prachtige, gemarkeerde wandelroute. Over de kliffen het achterland in, om de beroemde Amerikaanse begraafplaats heen en over het strand weer terug.
Fôret de Cérisy
‘Ons’ bos – Fôret de Cérisy – is hier maar een kwartiertje vandaan. Omdat de honden het er heerlijk vinden en dit het enige bos zo dichtbij is, komen we er vaak om een rondje te wandelen. Met een kaart in de hand kun je hier op basis van genummerde bospercelen vrij eenvoudig je eigen route kiezen. Het heeft even geduurd voor ik snapte hoe het werkt. Maar het is heel handig, verdwalen is bijna onmogelijk (al is het me wel eens gelukt…)
Er is ook een gemarkeerde wandelroute die aan de rand van het bos begint en eindigt: bij de abdij in het dorp Cérisy. Dat is een prachtige, afwisselende wandeling, deels in het bos en deels tussen de weilanden door. Voor de liefhebbers: er zitten hier veel paardenfokkers en met een beetje mazzel zie je onderweg prachtige dieren in de wei.
Marais de Cotentin et Bessin
In de weidse natuur van de Marais de Cotentin et Bessin ligt Chateau de la Rivière, een imposante ruïne van een middeleeuws kasteel. Ooit moet het een machtig fort zijn geweest, maar ‘das war einmal’. Tegenwoordig zit er een enorme ooievaarskolonie – honderden paren! De Marais (moeras) is groot, en je kunt vrijwel overal prachtig wandelen, maar ik kom graag juist hier voor een uitje met de honden. Vanwege de ooievaars natuurlijk, en omdat het dichtbij is. Maar ook omdat het ‘uit de loop’ ligt; je moet echt weten dat dit mooie plekje bestaat.
Vanuit Saint-Fromond kun je ook een stukje langs de rivier de Vire wandelen. En er is een mooie gemarkeerde route die in het dorpje begint en eindigt. Heen loop je langs het oude Canal de Vire et Taute én de ooievaarskolonie. De terugweg gaat over hoger gelegen gebied (met geweldig uitzicht!) langs de fraaie oude abdij van Saint-Fromond.
Longues-sur-Mer
Eigenlijk is dit te ver weg om in een lijstje ‘dicht bij huis’ te mogen staan. Maar het is hier zo fijn – voor mij én de honden – dat we het inmiddels als dichtbij genoeg ervaren. Vanaf de bunkers van Longues-sur-Mer – die op zich al een bezoek waard zijn – loopt een pad over de kliffen in de richting van Arromanches. Wij gaan meestal tot Cap Manvieux en dan dezelfde weg weer terug, maar je kunt nog veel verder wandelen… Ook een optie: beginnen in Longues-sur-Mer, vanaf Tracy de gemarkeerde route oppikken en via het binnenland terug.
Rondje door de wijk
Natuurlijk kun je ook gewoon bij ons de poort uit wandelen. Er is een aardig rondje van 8 kilometer dat over landweggetjes langs het plaatselijke D-Day-monument en al onze buren voert. Ook fijn voor hardlopers! Het is mooi open terrein met overal grazende koeien, en je komt soms een trekker of een melkwagen tegen. Omdat het zo bekend en vertrouwd voelt, noemt Martijn dit ‘het rondje door de wijk’. En dat is precies wat het is.
Kijk aan! Hier is een lijstje van onze favoriete restaurants in de buurt van Le Vert Buisson. Er zijn natuurlijk veel meer dan 10 fijne restaurants, en ‘in de buurt’ is een rekbaar begrip. Maar je moet ergens beginnen met zoeken naar de ultieme restaurantbeleving en waarom niet hier? Smaken verschillen, natuurlijk, dus ik garandeer niks. Behalve dat wij deze restaurants alle 10 in de praktijk getest hebben, en dat wij daar heel blij van zijn geworden.
Overigens vinden wij weinig dingen leuker dan eten met onze gasten. Dus gaan we drie keer in de week ‘all the way’ voor een gezellige en lekkere table d’hôtes-avond – in de zomer vaak buiten op de veranda. Maar er zitten zeven dagen in een week en je kunt hier zo heerlijk uit eten. Daar willen we natuurlijk iedereen van laten meegenieten.
Bonbonne is mijn lievelingsrestaurant. Hier is echt álles zoals ik het graag heb. Een warme zonnige sfeer, allerliefste en behulpzame mensen in de bediening, overheerlijk eten… Ik kom superlatieven tekort. Ze serveren kleine – voornamelijk lichte en groenterijke – gerechten, en die zijn altijd net even anders dan anders. Gratis extra tip: ze kunnen hier toveren met burrata!
Lekker eten, vriendelijke bediening, prettige ambiance… Dat klinkt niet heel exceptioneel misschien, maar wat Le Pommier zo aantrekkelijk maakt: het is een van de zeldzame restaurants waar je óók goed vegetarisch en veganistisch kunt eten. Dus niet een flauw liflafje waar vlees en/of zuivel domweg is weggelaten, maar echt ‘dedicated’. Fijn en wel zo praktisch voor als je met een breed georiënteerd gezelschap bent.
Over veganistisch gesproken, voor de échte liefhebbers is er Greedy Guts in Caen. Je moet er even voor rijden maar dan heb je ook wat: een 100% veganistische kaart en heerlijke gerechten. Warm aanbevolen, vooral bij mensen die net als ik wel houden van een wat hysterisch interieur.
Vis recht vanuit de zee op je bord, dat soort versheid maakt een mens heel gelukkig, toch? La Marée ligt aan de haven van het vissersdorp Grandcamp-Maisy, pal tegenover de kleine maar fijne vismarkt. En de chef kan bijzonder goed uit de voeten met wat daar verkocht wordt. Ook leuk: toekijken als de vissersboten terugkomen van zee en hun vangst lossen op de kade.
De ene strandtent is de andere niet, en dit is er eentje van de buitencategorie. Alleen al de locatie is geweldig: ver weg van alles, op het puntje van een landtong, met uitzicht op zee én het eilandje Île Tatihou én het fraaie dorp Saint-Vaast-La-Hougue. Met een drankje en zo’n veel te lekkere en royale borrelplank kan je hier ongemerkt úren zoekmaken.
Le Trot is een beetje van ons, vinden wij. Daar denken de eigenaren – die zich het jaar rond het snot voor de ogen werken – vast anders over, maar toch ervaren we het zo. We zochten een soort ‘eetcafé’ om dichtbij en zonder gedoe uit eten te kunnen. En dat vonden we in Le Trot. Warm aanbevolen, voor de fijne sfeer én het lekkere eten. Specialiteit: pizza’s met een Franse twist en fantastische vleesgerechten.
We ontdekten Le Fleurion omdat we steeds achter het net visten. Het ligt voor ons op een handige doorgaande route en we zagen regelmatig die volle parkeerplaats, ook midden in de winter. Dat is altijd een goed teken. Maar iedere keer als we er wilden eten was het dicht. Inmiddels is het mysterie opgelost: Le Fleurion is alleen voor de lunch open. Maar voor de lunch doen ze wél hun stinkende best, en dat proef je.
Auberge des Grottes is bijna anderhalf uur rijden. Dat is zelfs voor Franse begrippen niet écht dichtbij. Maar deze tip is speciaal voor mensen die een spectaculaire wandeling graag combineren met dito lunch of diner. Want op en om Cap de La Hague is het geweldig wandelen; het is er mooi, ruig, verwaaid en heerlijk stil. Dat daar aan het eind van de wereld, met uitzicht op de Kanaaleilanden, zo’n goed restaurant zit, is natuurlijk een klein wonder. (Dat vindt overigens iedereen die deze uithoek weet te vinden, dus reserveren is een goed idee.)
Blijmoedige anarchie, zo laat het concept van La Cale zich het best omschrijven. Daar moet je van houden, maar áls je daarvan houdt, is er nauwelijks een betere plek denkbaar op een mooie zomerdag. De inrichting bestaat uit ouwe meuk, kapotte stoelen en scheve schilderijen; en er is nauwelijks bediening, en al helemaal geen belééfde bediening. Maar La Cale ligt op een fantastische plek aan zee, de sfeer is er fantastisch, het vlees wordt geroosterd op een open houtvuur en de fruits-de-mer komen recht uit zee. Blijmoedige anarchie? Ik vind dat héérlijk.
Voor de echte liefhebbers, wees niet bevreesd: er zijn meer sterrenrestaurants in de regio, maar wij kennen alleen Intuition (één ster) uit eigen ervaring. En wat voor een ervaring! Het is een soort huiskamerrestaurant, klein en intiem, waar je hartelijk ontvangen wordt door een zeer sympathieke maître d’. En je eet er goddelijk! Echt. De chef is geboren en getogen in deze regio, en hij kookt met alles wat hier lokaal te kopen en te vissen en te plukken is. Ik droom nog wel eens over het buitenaards lekkere ‘grand dessert’ dat we daar kregen.