Contact tussen Frankrijk en Engeland gaat gepaard met wrevel en wrijving. En dat is al heel lang zo. De bron van de ellende – de Slag bij Hastings – is al 950 jaar oud. Ja echt. Een confrontatie tussen twee legers die in 1066 plaatsvond op ongeveer één vierkante kilometer Engels grondgebied, zette de toon voor de eeuwen daarna.
Willem won
Toen de Engelse koning Edward overleed, was onduidelijk wie recht had op de troon. Volgens de Normandische hertog Willem de Veroveraar was hij de enige echte troonopvolger, maar de Engelse hertog Harold zag dat anders. Dat verschil van mening vochten de rivalen uit op 14 oktober 1066 bij het Engelse plaatsje Hastings.
Het resultaat: Harold sneuvelde en Willem won. Als je er meer over wil weten, het wereldberoemde Tapijt van Bayeux waarop de veldslag is afgebeeld hangt in, inderdaad, Bayeux. De nieuwe koning Willem vestigde zich met zijn gevolg in Engeland en tuigde met hen een nieuwe aristocratie op. Een Engelse aristocratie met politieke en culturele wortels – vaak ook familie en landgoederen – in Frankrijk. Voilà, daar begon meteen al van alles door elkaar te lopen.
Honderd jaar oorlog
Voor Willem en de koningen na hem was het best frustrerend. Stel je voor. Je bent koning van Engeland en in die hoedanigheid doe je in niéts onder voor de koning van Frankrijk. En toch, als je dáár voet aan land zet, ben je ineens ‘slechts’ adel en verplicht trouw te zweren aan de Franse kroon? Nou, daar gingen ze dus echt niet aan beginnen. Lang verhaal kort: die dwarse houding leidde in 1337 tot de Honderdjarige Oorlog (die verrassend genoeg 116 jaar duurde). Eigenlijk bestond de oorlog uit een aaneenschakeling van escalerende ruzies tussen Frankrijk en Engeland over wie nu recht had op welke troon. En omdat beide kanten steun zochten bij andere koningshuizen raakte heel Europa erbij betrokken. De Engelsen leken te gaan winnen tot Jeanne d’Arc op het toneel verscheen en Frankrijk redde van de ondergang.
Napoleon verloor
In de eeuwen daarna ontmoetten de Fransen en de Engelsen elkaar regelmatig op het slagveld. (Hoppa! In één zinnetje soepel langs de Renaissance, Lodewijk XIV, de Verlichting én de Franse Revolutie.) In de tijd van Napoleon, begin 1800, was het weer écht hommeles.
Toen Napoleon aan de macht kwam, waren de Engelsen aanvankelijk blij dat iemand de rust herstelde na de Franse Revolutie. Maar die opluchting was van korte duur. Napoleon ontpopte zich als een dictator die heel Europa wilde onderwerpen; en dat lukte nog aardig ook. Toch wisten de Engelsen stand te houden. In 1815 dwongen ze – met hulp van Duitse en Nederlandse legers – Napoleon op de knieën in de beroemde Slag bij Waterloo. Dat was de laatste keer dat de twee rivalen zo lijnrecht tegenover elkaar stonden.
Aarzelende bondgenoten
In het Europa van de negentiende en begin twintigste eeuw bepaalde vooral Duitsland de Europese agenda. Om iets te kunnen beginnen tegenover dat machtige rijk móesten Engeland en Frankrijk wel samen optrekken. In de Eerste Wereldoorlog verdeelde een heel netwerk aan bondgenootschappen Europa in twee kampen; de Fransen en Engelsen kwamen min of meer bij toeval aan dezelfde kant terecht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het ingewikkelder, vanwege de ambivalente rol van Frankrijk. De Britten hadden er natuurlijk moeite mee dat een deel van Frankrijk met de nazi’s collaboreerde. En ook al had Churchill – als een van de weinigen – respect voor De Gaulle als leider van de vrije Fransen, van écht vertrouwen was geen sprake.
En nu?
De wrevel en wrijving is er niet minder op geworden. Binnen de EU zijn de Britten sinds ze lid werden altijd wat dwars geweest, maar meestal ‘functioneel dwars’. Daar bleef de rest scherp en wakker van. Toen ze net lid-af waren, was dat dwarse vooral vervelend voor alle betrokkenen, inclusief de patiënt zelf. Inmiddels zijn de gemoederen bedaard en lijkt het erop dat iedereen redelijk tevreden is over het resultaat. De voorspelde apocalyps is uitgebleven. Europa is (nog) niet uit elkaar gevallen en Engeland is (nog) niet gezonken.
Le Vert Buisson ligt precies goed voor wie de omgeving van Calvados en Manche willen verkennen. Je rijdt in een kwartier naar Le Molay-Littry, Isigny-sur-Mer of Trévières, bijvoorbeeld. Dat zijn vriendelijke dorpen met een wekelijkse markt, een paar restaurants en winkels, en een supermarkt. Binnen een halfuur ben je in Bayeux, Sainte-Mère-Eglise of op Omaha Beach, een van de landingsstranden van D-Day. En in een uurtje sta je in het oude centrum van Avranches, aan de kust bij Barneville-Carteret of voor de poorten van Chateau de Falaise, ooit thuishonk van Willem de Veroveraar. Zo kom je nog eens ergens.
Voor een indruk van wat er zoal te zien en te doen is, klik op de foto’s.