Tag archief calvados

De impressionisten in Normandië

 

Veel van de grote impressionisten waren dol op Normandië. Monet, Renoir, Degas bijvoorbeeld kwamen hier graag om zich te laten inspireren door de ruige natuur en het heldere licht. Wat waarschijnlijk ook hielp, was dat twee voorlopers en leermeesters van de impressionisten uit Normandië kwamen. Millet (geboren en getogen in Manche) was een eigenzinnig schilder en een groot voorbeeld voor Van Gogh. En Boudin (uit Calvados) was zelf ook nogal talentrijk, maar is nu vooral bekend als degene die Monet op het juiste spoor zette.

De liefde is geheel wederzijds trouwens. Normandië is ook dol op de impressionisten en dat kun je hier overal – vooral aan de kust – zien en ervaren. Maar ik heb wel zo mijn favoriete plekjes natuurlijk. 

1 – Niet te missen voor die-hard fans: Giverny

Het huis en de tuin van Monet in Giverny zijn hier een aardig eindje vandaan: halverwege op weg naar Parijs. Maar het is natuurlijk wel dé plek om het impressionisme een keer echt te beleven. Monet woonde er van 1883 tot zijn dood en raakte in zijn weelderige tuin geïnspireerd tot het maken van allerlei prachtigs. Zijn serie ‘De Waterlelies’, om maar eens wat te noemen, is spectaculair mooi – en groot! (En te zien in het Musée de l’Orangerie in Parijs…) Schuin tegenover het huis van Monet in Giverny ligt het Musée des Impressionnismes, waar naast werk van onder meer Bonnard en Caillebotte ook hedendaagse kunst met impressionistische roots te zien is. Als je er dan toch bent…

2 – Moderne ku(n)ststad: Le Havre

Impression, soleil levant (1872) van Monet, geschilderd in Le Havre

Het Le Havre dat Monet inspireerde bestaat niet meer. In de aanloop naar D-Day werd de oude stad volledig van de kaart geveegd; het centrum en havengebied moesten daarna volledig opnieuw worden opgebouwd. Architect Perret deed dat vervolgens zo goed – geheel in de bouwstijl van de jaren ’50 – dat ‘zijn’ stad  tegenwoordig op de UNESCO-werelderfgoedlijst staat. Dat op zich is al reden om een keer te gaan kijken, vind ik. In het MuMa (Musee André Malraux) vind je veel impressionistische geschiedenis van Le Havre terug. Niet alleen werken van Monet, maar ook van onder anderen Degas, Renoir en Pissarro.

 

3 – Geboorteplaats van Boudin: Honfleur

In de hoogtijdagen van het impressionisme trok de halve wereld en zijn broer met zijn schildersezel naar Honfleur. Logisch: het is ook nu nog een van de mooiste plaatsjes van de Normandische kust. Niet geheel toevallig is Honfleur ook de plek waar een van de voorlopers van het impressionisme vandaan komt: Boudin, mentor en vriend van Monet. En dus is er in Honfleur een Musée Eugène Boudin – dat zeer de moeite waard is. Naast tekeningen en schilderijen van Boudin, is daar werk van onder meer Monet, Courbet en Dufy te zien.

4 – De stad van de honderd klokkentorens: Rouen

Monet was gefascineerd door de kathedraal van Rouen. Omdat het gebouw er altijd anders uitzag, afhankelijk van het weer en het moment van de dag. Bijna wit in de felle zomerzon, rood bij zonsondergang, lila op een heiige ochtend… En 11 van de 31 schilderijen die Monet maakte van de kathedraal hangen in het Musée des Beaux-Arts in Rouen. En dan zijn er natuurlijk nog -tig redenen om naar Rouen te gaan, maar daarover een andere keer.

5 – Schilderen in de natuur bij Etretat

De kliffen van Étretat waren een geliefd onderwerp van veel impressionisten. Naast Monet, kwamen Courbet en Jongkind er bijvoorbeeld graag. Voor Monet was de omgeving niet alleen inspirerend maar soms ook frustrerend… Het lukte hem niet al die beweging van wolken en water, en het steeds veranderende licht goed te vangen. Vond híj, althans.

6 – Speeltuin voor de rijke elite: Deauville en Trouville

Ook Deauville en Trouville deden het goed bij de impressionisten. Boudin kwam er vaak en schilderde veel scenes met de chique – voornamelijk Parijse – badgasten op het strand. In de zomer van 1870 was zijn jonge vriend Monet er ook. Monet had nog geen naam gemaakt en zat krap bij kas. Hij hoopte in Trouville wat te kunnen verkopen aan al die rijke toeristen. In het werk dat Monet die zomer maakte zie je al iets van de impressionistische stijl waar hij beroemd om is geworden. Het is luchtiger en helderder dan daarvoor; de zon en de wind zijn bijna voelbaar. 

7 – Waar Millet het vak leerde: Cherbourg

Nog een belangrijke voorloper van het impressionisme – en van grote invloed op Van Gogh – was Millet. Hij werd geboren in het gehuchtje Gruchy, niet ver van Cherbourg, de stad waar hij zijn opleiding deed. In Cruchy kun je nog het geboortehuis van Millet bewonderen, al heb ik het tijdens mijn omzwervingen daar nog nooit open gezien. Na zijn vertrek naar Cherbourg (en later Le Havre en Parijs) kwam Millet er nooit meer terug, maar het platteland van noordelijk Manche is overal in zijn werk terug te vinden. In het Thomas Henry Museum in Cherbourg hangt de op-één-na-grootste collectie van zijn werk (na Musée d’Orsay in Parijs).

8 – het Barfleur van Signac

De vuurtoren van Gatteville die Signac zo mooi heeft vereeuwigd staat vlakbij Barfleur. Hij komt daar niet vandaan, maar hij heeft er aan het eind van zijn leven een tijdje doorgebracht om te schilderen. Wat hem in die omgeving aantrok – de ruige natuur en het heldere licht – is in al die jaren nauwelijks veranderd. Dus als je niet per sé van het impressionisme bent, maar wel van wandelen in de natuur: ga daar vooral heen!

Meer over mooie plekjes om te bezoeken: 7 plus 1 redenen om naar Chateau de Balleroy te gaan, Niet alle Kanaaleilanden zijn Brits, Barfleur en Beuvron, de mooiste dorpen van Normandië

Gewapend met doedelzak en kilt op Sword Beach

 

Het is al sinds mensenheugenis aan tussen mij en Schotland. Mijn ouders namen van een reis een keer een speelgoed-Nessie mee die een muziekje kon maken. Dus ik kan al sinds mijn zevende meezingen met The Bonnie Banks of Loch Lomond. Ik hield lang voordat dieetgoeroes het tot superfood verklaarden al héél erg van havermout. En ik kan goed tegen harde regen en de klank van doedelzakken. Schotland en ik zijn eigenlijk gewoon voor elkaar gemaakt.

Geen mooie foto, wel een échte van de landing op Sword Beach. Met rechts op de voorgrond Bill Millin en zijn pipes.

Tegen die achtergrond is het wel te verklaren dat het verhaal van Piper Bill me zo aanspreekt, vind ik. Piper Bill Millin was die Schot die op D-Day in een kilt en met zijn doedelzak aan land ging op Sword Beach, terwijl de kogels om zijn oren floten. Om de andere jongens van zijn regiment moed in te spelen. Duitse krijgsgevangen verklaarden later dat ze niet op hem schoten omdat ze dachten hij knettergek was. Je kunt je er wel iets bij voorstellen.

Oorspronkelijk werden doedelzakken in het Schotse leger gebruikt om bevelen en berichten door te geven, op dezelfde manier als hoorns bij de cavalerie. Maar vanaf begin 19de eeuw was het gebruikelijk dat in de voorste linies een doedelzakspeler meeging, voor het moraal van de strijdende soldaten. En die doedelzakspeler zelf was slechts gewapend met een mes, een kilt en zijn instrument.

In de voorste linies zijn overlevingskansen sowieso gering, maar je maakt het er niet beter op als je praktisch ongewapend de aandacht gaat lopen trekken. Vooral in de Eerste Wereldoorlog, toen doedelzakspelers ook mee ‘over the top’ gingen met charges vanuit de loopgraven, hebben maar weinig van hen het overleefd.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog, nadat bij El Alamein in 1943 wéér veel doedelzakspelers waren omgekomen, werd besloten dat ze voortaan verder naar achteren in actie zouden komen. Maar daar wilde bevelhebber Lord Lovat tijdens de landing op Normandië in 1944 níks van weten. Er moest en zou een doedelzak mee, vooraan in de aanval. Toen Piper Bill protesteerde omdat het tegen de wens van het hogere bevel was, wuifde hij het bezwaar weg: ‘But that’s the English War Office. You and I are both Scottish, and that doesn’t apply.’ Bill was snel om. Dus daar ging hij, van de boot af het water in, achter bevelhebber Lovat aan. En hij begon te spelen.

Die niemand-maakt-mij-wat-houding – van Lord Lovat én van Piper Bill – vind ik geweldig. Ook al is het misschien niet de meest kansrijke manier om gevaarlijke situaties te overleven. Piper Bill en Lord Lovat hadden die dag geluk.