Tag archief landingsstranden

Het weerbericht dat de geschiedenis bepaalde

 

Het was in Engeland prachtig weer op 4 juni 1944. Niets wees erop dat D-Day uitgesteld zou moeten worden. Maar er was wel degelijk zeer zwaar weer op komst, liet meteorologisch adviseur James Stagg het geallieerde opperbevel weten. Ze konden de plannen beter 24 uur uitstellen.

Alles en iedereen was klaar voor D-Day. De mannen waren ingescheept, de eerste bommen op de Duitse stellingen waren afgeleverd. Het tij aan de overkant zou optimaal zijn tijdens de landing en er stond een volle maan – handig voor bijlichten tijdens nachtelijke acties. Alleen het commando ‘go’ moest nog worden gegeven…

De geallieerden waren járen in touw geweest om dat moment te bereiken. En nu moesten de plannen een dág van tevoren tijdelijk worden opgeschort? Vanwege het wéérbericht? Je moet als weerman wel heel koelbloedig zijn om op zo’n moment te durven zeggen: ja inderdaad, vanwege míjn weerbericht.  

Stagg’s advies leidde tot verhitte discussies. Er waren andere – voornamelijk Amerikaanse – deskundigen die zeiden dat hij het te somber zag. Er was het Britse team van Stagg dat toch zeker zelf wel wist hoe ze het weer in Engeland moesten beoordelen. En er waren mensen die vonden dat wat wind en regen geen belemmering mochten zijn voor D-Day.

Generaal Eisenhower hoorde het gekrakeel aan en luisterde uiteindelijk naar Stagg. Knarsetandend, waarschijnlijk, maar hij luisterde wel. Hij moest het risico op grote problemen en fatale ongelukken onderweg afwegen tegen het risico van nóg meer uitstel en eventueel uitlekken van de plannen. Ga er maar aan staan. Stagg bood wel een sprankje hoop. Want het barre weer hoorde weliswaar bij een krachtige depressie die enige tijd zou aanhouden. Maar in de nacht van 5 op 6 juni zou het een paar uur lang wat rustiger zijn. Dat zou een goed moment zijn om te gaan.

En aldus geschiedde. D-Day werd een dag uitgesteld.

Het slechte weer kwam zoals Stagg had voorspeld, de paar uur relatieve kalmte ook. Op 6 juni 1944 in de vroege ochtend kwamen de eerste geallieerde soldaten aan land. En de weersomstandigheden in het Kanaal verslechterden daarna alleen nog maar. Stagg had een hele invasiemacht relatief veilig naar de overkant geloodst op één van de zeldzame momenten dat het kon.

Not all heroes wear capes. Sommige turen op de kaart en bestuderen weerpatronen.

 

 

Operation Bodyguard: nepnieuws, maar dan nuttig

 

Op 6 juni 1944 landden 150.000 geallieerde soldaten op de kust van Normandië. En dat kwam als een complete verrassing voor de Duitsers. Onvoorstelbaar toch? Natuurlijk konden ze zelf ook wel bedenken dat er een keer een aanval in West-Europa zou komen. Maar waar en wanneer? Geen idee. Dat verrassingseffect was voor een belangrijk deel te danken Operation Bodyguard. Doel van die operatie: nepnieuws verspreiden zodat de werkelijke plannen geheim zouden blijven. Met behulp van een aantal creatieve listen trokken de geallieerden een enorm rookgordijn op.

Zwartwit foto van vier mannen die een opblaasbare tank dragen.

Operation Fortitude
Om de Duitsers te intimideren met hun verpletterende overmacht zetten de geallieerden opblaasbare tanks in. Opblaasbare tanks! Geweldig toch? Je moet er maar opkomen.
The Ghost Army moet diepe indruk hebben gemaakt op Duitse verkenners die er overheen vlogen om poolshoogte te nemen. Zeker in combinatie met de verzonnen indianenverhalen over grootschalige troepenbewegingen in Schotland en het zuiden van Engeland.

Operation Ironside
Een aantal Duitse legerleiders vreesde een aanval in de buurt van Bordeaux. Om die angst te voeden, verzonnen de geallieerden een invasie vanuit Engeland die daar zou plaatsvinden. Versterking zou dan later rechtstreeks uit de VS komen. Het was een onwaarschijnlijk verhaal dat met veel mitsen en maren werd verspreid. Toch hielp het. Toen de invasie in Normandië begon, bleven er voor de zekerheid Duitse troepen achter bij Bordeaux.

Operation Graffham
De Duitsers moesten de indruk krijgen dat de geallieerden het neutrale Zweden voor hun karretje wilden spannen. In de pers verschenen verhalen en analyses over ontmoetingen tussen Britse en Zweedse diplomaten. En de geruchten over een Zweedse aansluiting bij de geallieerden gonsden door Europa. Over de vraag of het effect heeft gehad zijn de meningen verdeeld. Maar Hitler zelf dacht in ieder geval lange tijd dat dé grote aanval vanuit het noorden zou komen.

Operation Copperhead
Vlak voor D-Day ging een dubbelganger van de Britse Generaal Montgomery op reis naar Gibraltar en Noord-Afrika. De achterliggende gedachte: op het moment dat het opperbevel niet thuis is, komt er geen invasie. Wie moet anders het commando aanvallen geven? Niet iedereen trapte in de persoonsverwisseling, maar een aantal Duitse generaals liet zich in slaap sussen.

Double bluff
Juan Pujol García was een nep-Nazi uit de gelederen van de Britse geheime dienst. In de nacht voor D-Day liet hij zijn Duitse contacten weten waar en wanneer de invasie zou plaatsvinden. Hij gaf hen de juiste informatie, maar pas toen het te laat was om versterking te sturen. Voor de geallieerden maakte het dus niet uit, maar voor de geloofwaardigheid van Garcia deed het wonderen. Alle ‘informatie’ die hij daarna nog doorspeelde, werd zonder meer geloofd.

Hoe effectief het allemaal was, is achteraf natuurlijk moeilijk te zeggen. Feit is dat de Duitsers de aanval in Normandië op die dag niet zagen aankomen. Generaal Rommel – die in Normandië het bevel had – was op 6 juni zelfs thuis in Duitsland om de verjaardag van zijn vrouw te vieren. Bijna twee maanden lang geloofde de Duitse legertop dat de aanval in Normandië een afleidingsmanoeuvre was. Dat de échte aanval later bij Calais zou plaatsvinden.

Je vraagt je wel af, met die geallieerde overmacht en al die doden en gewonden, hoeveel ‘echter’ het dan moest worden.